Opdrachtgever: Projectontwikkeling Veldwijk Winsum BV
Voor deze boerderij met erf is een herontwikkelingsplan opgesteld ten behoeve van woningbouw.
De boerderij kent een lange geschiedenis waarvan helaas niet veel bekend is. Wel is bekend dat de boerderij tot 1598 behoorde tot het bezit van het Warffumer klooster, dat de boerderij verpachtte. Vanaf dat jaar werd de provincie de nieuwe eigenaar en werd de boerderij tot 1771 aan ‘provincie-meiers’ verhuurd.
De boerderij bestaat uit een dubbele schuur die via een ‘hals’ verbonden is met het villa-achtige voorhuis. In de dubbele schuur is ruimte voor het onderbrengen van in totaal 10 levensloopbestendige ‘schuurwoningen’, gelegen aan weerszijden van een binnenstraat. Hierbij worden de hoofdvorm van de dubbele schuur en de monumentale achtergevel bewaard. Het voorhuis zal worden gerenoveerd ten behoeve van bewoning.
Op het achtererf zijn in een losse setting vier gebouwen gesitueerd met in totaal acht woningen. Deze gebouwen vormen een ensemble door elkaars nabijheid en de uiterlijke overeenkomst. De verschijningsvorm van de gebouwen wordt gekenmerkt door het schuur-achige uiterlijk ervan met een lage zijgevel en een hogere zijgevel met dakoverstek, refererend aan een kapschuur. Dit wordt versterkt door de toe te passen gevelbekleding (zwarte verticale houten delen), de dakbedekking (antracietkleurige golfplaten) en de ‘detailloze’ gevel- en dakbeëindigingen. De 6 woningen zijn voorzien van een eigen buitenberging.
Het erf rondom de woningen wordt aangelegd als een wandeltuin in de vorm van een ‘slingertuin’, waarbij de aanwezige, soms monumentale bomen behouden worden, samen met de bestaande heg tussen de boerderij en het achtererf.
Aan de oostzijde van het perceel is een laag gebouw ontworpen ten behoeve van de buitenbergingen van de 10 schuurwoningen. In het verlengde van dit gebouw zijn de (26) parkeerplaatsen gesitueerd, verborgen achter het bergingengebouw en grotendeels door struikgewas aan het zicht onttrokken. Hierdoor wordt bij binnenkomst op het erf, de aandacht op de slingertuin en de karakteristieke bebouwing gericht.