De lintbebouwing van Westernieland bestaat voornamelijk uit vrijstaande woningen afgewisseld met een schoolgebouw, het dorpshuis en af en toe een kleinere boerderij. Daartussen is op een perceel landbouwgrond een vrijstaande woning ontworpen.

De woonwensen van de opdrachtgever komen overeen met de uitgangspunten van ‘passief bouwen’: een compacte woning in twee lagen met een open zuidgevel en een relatief dichte oost-, noord en westgevel. Het ontwerp kenmerkt zich door de gesloten straatzijde waarin de nadruk is gelegd op de toegang van de woning. Deze bevindt zich in een spleet tussen twee verticale volumes in baksteen. In de woning is de nadruk gelegd op het uitzicht op de tuin en de horizon.

De gevelafwerking bestaat uit vlakken in donkere baksteen, onbehandeld hout en glas. Het beeld van de woning in vorm en materiaal legt een link met de ‘kubistische’ woningen uit de 30-er jaren in de Groninger variant van de Amsterdamse School-stijl.